zondag 12 januari 2014

Antwoord op Kamervragen over het gevechtspak

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Segers en Voordewind (beiden Christen Unie) over het bericht ‘Mali missie in matig pak’. Tevens ontvangt u hierbij de antwoorden op de aanvullende schriftelijke vragen van het lid Vuijk (VVD) over hetzelfde onderwerp. Beide sets vragen zijn ingezonden op 6 januari jl. met respectievelijk de kenmerken 2014Z00057 en 2014Z00058.

DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert


Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Segers en Voordewind (beiden Christen Unie) aan de minister van Defensie over het bericht ‘Mali-missie in matig pak’ (ingezonden op 6 januari jl. met kenmerk 2014Z00057).

1
Heeft u kennisgenomen het artikel ‘Mali-missie in matig pak’?  Herinnert u zich tevens de verworpen motie Segers over geen genoegen nemen met minimale kwaliteitseisen bij de aanschaf van materiaal? 
Ja.

2
Kunt u aangeven of er uit financiële overwegingen inderdaad gekozen is voor een uniform van inferieure kwaliteit uit China? Is het waar dat het dat het uniform Defender M, afkomstig van het Nederlandse bedrijf Ten Cate, meer veiligheid biedt aan militairen en om deze reden wordt afgenomen door verschillende NAVO-bondgenoten? Is het waar dat het uniform van Nederlandse makelaardij meer ‘vertragingseconden’ biedt bij brand in het gevechtspak, zoals in het artikel wordt gesuggereerd? Zo niet, wat is dan wel de situatie?
Defensie schaft geen kleding aan van inferieure kwaliteit. Het feit dat technologische vooruitgang nieuwe materialen en mogelijkheden oplevert, laat onverlet dat de huidige kleding voor de Nederlandse militairen - ook die naar Mali gaan - voldoet aan de eisen die bij de aanschaf werden gesteld. Het gaat om kleding van het type dat eerder is gebruikt in woestijnachtige gebieden, zoals in Irak, Afghanistan en Afrika, en dat in de praktijk geschikt is gebleken. Op grond van de praktijkervaringen is de kleding regelmatig verder verbeterd. Defensie schaft niet voor iedere missie nieuwe kleding aan.

Bij de vaststelling van de eisen voor kleding werkt Nederland samen met bondgenoten. De meeste bondgenoten hanteren soortgelijke eisen aan de brandwerendheid van kleding. Enkele NAVO-landen gebruiken gevechtskleding met verhoogde brandwerende eigenschappen of hebben plannen om dergelijke kleding te verwerven. Voor zover bekend is vooralsnog alleen de gevechtskleding van de Verenigde Staten gemaakt van de stof Defender M.*

3
Bent u van mening dat, zoals ook in de bovengenoemde motie wordt verzocht, er niet genoegen genomen mag worden met minimale kwaliteitseisen wanneer de veiligheid van onze militairen in het geding is? Zo ja, hoe verhoudt dit zich dan tot de reactie vanuit uw ministerie in het bovengenoemde artikel: ‘Misschien is Defender M een beter product, maar ook het huidige uniform voldoet aan de eisen'?
De veiligheid van militairen is cruciaal. Bij al het materieel waarmee Nederlandse militairen werken, staat kwaliteit voorop. De Commandant der Strijdkrachten is verantwoordelijk voor de behoeftestelling voor materieel en bepaalt de eisen daarvoor. Bij kleding gaat het om eisen op het gebied van onder andere brandwerendheid, slijtage, camouflage, warmte of kou, vochtafdrijving, draagcomfort en duurzaamheid. Als meer producten aan de gestelde eisen voldoen, speelt ook de prijs-kwaliteitverhouding een rol. Het feit dat technologische vooruitgang nieuwe materialen en mogelijkheden oplevert, laat onverlet dat de huidige kleding voldoet.

Zoals bekend bereidt Defensie momenteel in het project Defensie Operationeel Kledingsysteem de vervanging van de gevechtskleding voor. Hierover bent u geïnformeerd in het Materieelprojectenoverzicht 2013 (Kamerstuk 27 830, nr. 113 van 17 september 2013). Zodra de behoefte aan de nieuwe gevechtskleding is vastgesteld, zal ik de Kamer hierover informeren, in overeenstemming met het Defensie Materieel Proces. Dit is naar verwachting in de loop van dit jaar. De keuze voor een leverancier is in deze fase dus nog niet aan de orde. Gevechtskleding wordt verworven via een Europese aanbesteding. Wanneer de behoeftestelling is vastgesteld, worden, binnen de kaders van de Europese regelgeving, de marktmogelijkheden verkend en zal uiteindelijk een leverancier worden gekozen. In het kader van de behoeftestelling wordt vanzelfsprekend gekeken naar nieuwe technologische mogelijkheden en internationale ontwikkelingen.

4
Kunt u, zo nodig vertrouwelijk, de Kamer informeren op welke wijze u heeft gekozen voor het huidige uniform?
Voor de missie naar Mali is geen nieuwe gevechtskleding aangeschaft. De huidige gevechtskleding van het type desert (woestijn-print) is al sinds 1996 bij de Nederlandse krijgsmacht in gebruik voor inzet in woestijnachtige gebieden. Mede op grond van opgedane ervaringen is de kleding sindsdien in vervolgbestellingen regelmatig verder verbeterd, zoals door impregnatie met insectenwerende middelen en verstevigingen en aanpassingen tegen slijtage. Zoals gemeld in het antwoord op vraag 3 verwacht ik de Kamer in de loop van dit jaar te kunnen informeren over de behoeftestelling voor nieuwe gevechtskleding.

(ministerie van Defensie, 10 januari 2014)

* Die mededeling van de minister klopt niet. In de openbare literatuur is te vinden dat ook de Australische krijgsmacht de Defender M-stof gebruikt (zelfs die van een tweede generatie), zie bijvoorbeeld http://soldiersystems.net/2011/10/20/australian-amp-update/, HdV 


Gevechtstenue, desert (foto Hans de Vreij)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten