donderdag 2 oktober 2014

De missie tegen ISIS: relevante Kamervragen en antwoorden

[Selectie van vragen en antwoorden over de missie tegen ISIS. Ik heb uit de volledige lijst van 225 vragen alleen die geselecteerd die rechtstreeks met deze missie te maken hebben. Veel vragen gingen over Syrië, dat buiten het mandaat van deze missie valt, HdV]

Kamerstuknummer : 2014Z16524
Vragen aan :  Regering
Commissie : Buitenlandse Zaken


7 In hoeverre deelt het kabinet de gedachte dat Defensie er rekening mee moet houden dat deze missie veel langer dan een jaar gaat duren?

Antwoord op vragen 7, 36, 135, 142, 179, 183, 184, 185:
Het doel van de missie is om de militaire slagkracht van ISIS te breken. Volgens schattingen van het internationale planningsteam in Tampa (Florida, Verenigde Staten) zal deze eerste fase zes tot twaalf maanden duren. Het is met name aan de Iraakse overheid om ISIS definitief te verslaan. Daar wordt Irak onder meer bij geholpen door de inzet van trainers onder wie Nederlanders.
De Nederlandse bijdrage komt ten einde als de opmars van ISIS duurzaam is gestopt en de strijd met andere middelen kan worden voortgezet of na een vooraf afgesproken tijdsduur, waarna aflossing door een partner moet plaatsvinden. Daarbij wordt uitgegaan van een periode van twaalf maanden.

14 Welke landen hebben, naast de VS, tot nu toe militair opgetreden in Irak en welke landen in Syrië? 

Antwoord op vraag 14:
In Irak hebben tot nu toe Canada en Duitsland special operations forces (SOF) training en wapentraining uitgevoerd. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben luchtaanvallen in Irak uitgevoerd. Bahrein, Jordanië, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en de Verenigde Staten hebben bombardementen in Syrië uitgevoerd.

36 Wat is het einddoel van de missie?

Antwoord op vraag 36:
Zie het antwoord op vraag 7.

38 Op welke termijn informeert u – al dan niet vertrouwelijk- de Kamer nadat het definitieve campagne plan bekend is? 

Antwoord op vraag 38:
De Kamer wordt geïnformeerd op het moment dat het definitieve campagneplan beschikbaar is.

39 Hoe ziet het campagneplan er op het moment uit?

Antwoord op vraag 39:
Het concept van het campagneplan is op 26 september 2014 door het planningsteam van de coalitie opgeleverd. De coalitieleden zijn nu in de gelegenheid om commentaar op het plan in te dienen. Het plan beschrijft de huidige situatie, het lange termijn (strategische) einddoel van de coalitie, de tussenstappen om tot dat einddoel te komen en militaire aspecten zoals de structuur van de commandovoering.

40 Welke landen doen momenteel mee aan het campagneplan?

Antwoord op vraag 40:
In totaal 32 landen doen mee aan de ontwikkeling van het campagneplan. Dit betekent niet automatisch dat al die landen een militaire bijdrage leveren.

79 Het kabinet stelt dat de juridische status van de Nederlandse militairen – voortvloeiend uit de statusafspraken - nog moet worden geregeld. Is de juridische status van de Nederlandse militairen die worden uitgezonden reeds geregeld? Wanneer komt er een Status of Forces Agreement (SOFA)? Wanneer denkt het kabinet hier meer over te weten?

Antwoord op vraag 79:
Nederland heeft met vertegenwoordigers van het gastland van de F16’s een akkoord bereikt over een Status of Forces Agreement (SOFA). Het verdrag, dat voor één jaar zal gelden, zal direct na ondertekening door beide partijen in werking treden. Het akkoord regelt de status van Nederlands militair en burgerpersoneel aanwezig op het grondgebied van het gastland. Met Irak wordt nog gesproken over een statusovereenkomst.

84 Hoe wordt omgegaan met humanitaire noodsituaties net buiten de grens met Irak? Mag er dan onder geen omstandigheden worden ingegrepen door Nederlandse F-16’s, zelfs niet bij genocide?

Antwoord op vraag 84:
Het bestaan van een humanitaire noodsituatie vormt niet zonder meer een rechtsgrondslag voor het gebruik van geweld.  In het regeerakkoord wordt beoogd om de mogelijkheid te bieden voor de deelneming aan een internationale crisisbeheersingsoperatie zonder volkenrechtelijk mandaat in geval van een humanitaire noodsituatie, als ultimum remedium en onder strikte voorwaarden. Zie ook het antwoord op vraag 91.

85 “Nederland zoekt voor de inzet van de F16’s bij voorkeur samenwerking met een partner die over hetzelfde vliegtuigtype beschikt. Ook voor de inzet van trainers wordt gekeken naar internationale samenwerking om daarmee de ondersteuning en logistieke footprint zo klein mogelijk te houden.” Welke samenwerkingspartners voldoen aan deze kwalificatie en welke locaties zijn in beeld? Met andere woorden: “Wat is het keuzepalet?” Is er reeds een geschikte partner ten behoeve van de inzet van F-16’s?

Antwoord op vragen 85 en 131:
Bij de inzet van de F-16’s wordt in eerste instantie gezocht naar samenwerking met partners binnen de zogeheten F-16 European Participating Air Forces. Naast Nederland betreft het hier België en Denemarken.  Tevens wordt samengewerkt met de Verenigde Staten die eveneens F-16’s aan de coalitie hebben toegezegd. Het gezamenlijk stationeren van F-16’s uit verschillende landen op dezelfde basis versterkt de samenwerking.
Voor de inzet van trainers wordt momenteel gekeken naar verschillende geschikte trainingslocaties. Deze locaties bevinden zich alle buiten door ISIS gecontroleerd gebied. Waar de Nederlandse trainers zullen worden ingezet is op dit moment nog niet vastgesteld en wordt in overleg met de coalitiepartners nader bepaald. Nederland onderzoekt momenteel met wie eventueel kan worden samengewerkt.

97 Hoe lang is het mandaat voor de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS, gebaseerd op het verzoek door de Iraakse regering, geldig? 

Antwoord op vragen 97 en 98:
De rechtsgrond voor de Nederlandse bijdrage aan de strijd wordt gevormd door de toestemming van Irak met deze bijdrage. Deze rechtsgrond is geldig totdat Irak de toestemming intrekt.


106 Zal er gebruik gemaakt worden van tolken? En zo ja, hoeveel tolken denkt u nodig te hebben voor de missie?

Antwoord op vraag 106:
Ja, er zal gebruik worden gemaakt van tolken. De behoefte aan tolken is op dit moment nog niet vastgesteld.

107 Hoe zullen de (eventuele) voor deze missie benodigde tolken opgeleid worden? Waar gaat u de (eventueel) voor deze missie benodigde tolken werven?

Antwoord op vraag 107:
Zo mogelijk worden Nederlandse militairen of reservisten als tolk ingezet. Deze worden op dezelfde wijze voorbereid als de andere in te zetten militairen. Indien er onvoldoende tolken zijn, zal lokaal moeten worden ingehuurd. Bij voorkeur gebeurt dit door zorg van de uitnodigende landen, waarbij heldere afspraken zullen worden gemaakt.

109 Onder wiens directe leiding staat de (eventueel) voor deze missie benodigde tolken? Welke bescherming genieten de (eventueel) voor deze missie benodigde tolken? Wie is hiervoor verantwoordelijk? En welk mediabeleid geldt er?

Antwoord op vraag 109:
De tolken staan onder leiding van de detachementscommandant. Tolken genieten dezelfde bescherming als de andere militairen en zijn volledig in het detachement opgenomen. Tolken worden uit de media gehouden.

111 In welke fase verkeren de geldende regelingen rondom de zorg voor uitzending zoals onder meer inentingen en het verstrekken van kleding? 

Antwoord op vraag 111:
Voor vertrek wordt onder meer de vaccinatiestatus en het gebit gecontroleerd. Indien nodig wordt de militair aanvullend ingeënt en/of behandeld. In verband met de korte voorbereidingstijd is het niet altijd mogelijk om aan iedere militair het volledige desert kledingpakket te verstrekken. Ontbrekende onderdelen worden dan alsnog naar het inzetgebied gebracht.

112 Zijn alle benodigde reservedelen, kleding, uitrustig (scherfwerende vesten) voldoende voorradig of zijn hier nog knelpunten? En hoe gaat u eventuele knelpunten oplossen en op welke termijn? 

Antwoord op vraag 112:
Naar verwachting zijn voldoende kleding, uitrusting en daarbij behorende reservedelen beschikbaar.

113 Hoeveel van de 250 militairen die bij de inzet van de zes F-16 toestellen zijn betrokken zijn vliegers? 

Antwoord op vraag 113:
Het detachement omvat een aantal militaire functionaliteiten. Hierbij moet worden gedacht aan een kern van vliegers, technisch personeel, ondersteunend personeel (wapentechnici, missieplanning en verbindingen) en force protection personeel. De exacte samenstelling van het detachement is onderhevig aan verandering als gevolg van taakstelling, locatie en samenwerkingsafspraken met de Host Nation en/of partners.

114 Hoeveel van de 250 militairen die bij de inzet van de zes F-16 toestellen zijn betrokken is technische personeel?

Antwoord op vraag 114:
Uit operationele overwegingen worden hierover geen uitspraken gedaan.

115 Hoeveel van de 250 militairen die bij de inzet van de zes F-16 toestellen zijn betrokken zijn respectievelijk operationele missieplanner, bewapeningspersoneel, verbindingspersoneel en overig personeel? 

Antwoord op vraag 115:
Zie het antwoord op vraag 113.

116 Hoe ziet het rotatieschema voor de F-16 vliegers er uit? 

Antwoord op vraag 116:
Vanwege de noodzaak geoefend te blijven, zullen piloten frequenter roteren dan het overige personeel van het detachement.

117 Waaruit bestaat de overige (logistieke) ondersteuning? 

Antwoord op vraag 117:
Deze bestaat uit specialisten voor het gereedstellen en onderhoud van F-16’s en capaciteit voor het assembleren van vliegtuigbewapening. Daarnaast is er personeel ingedeeld voor taken zoals bevoorrading, transport en handling, en onderhoud aan algemene middelen.

120 Gelden er beperkingen voor de inzet van de (Nederlandse) gevechtsvliegtuigen in bewoond dan wel stedelijk gebied? Zo ja, welke beperkingen betreft dit?

Antwoord op vraag 120:
Voor iedere inzet van Nederlandse gevechtsvliegtuigen geldt dat het risico op burgerslachtoffers tot een minimum moet worden beperkt.

121 Waarom zijn er guardian angels nodig om het eigen personeel op kazernes te beschermen? Hoe reëel is de dreiging? 

Antwoord op vraag 121:
Ervaringen in Afghanistan hebben aangetoond dat militairen die zich richten op hun taak als trainer en begeleider, minder oog hebben voor hun omgeving. Guardian angels beschermen de trainers bij de uitvoering van hun primaire taak. Daarnaast is het niet per definitie zo dat de trainers alleen op of binnen kazerne muren zullen trainen. Trainingslocaties, zoals bijvoorbeeld een kazerne, kunnen op enige afstand liggen van de locatie waar de trainers zijn gehuisvest. Verplaatsingen worden zoveel mogelijk vermeden.
De dreiging in Irak verschilt per regio en wordt nauwlettend gemonitord. Op dit moment is nog geen keuze gemaakt voor de locaties waarop de Nederlandse trainingsactiviteiten zullen worden uitgevoerd.

122 Waarom is er niet voor gekozen om alleen Iraakse strijdkrachten, of alleen Koerdische strijdkrachten te trainen? 

Antwoord op vraag 122
De strijd tegen ISIS is een gezamenlijk inspanning waarin zowel de Koerdische als de Iraakse strijdkrachten in verschillende gebieden een rol spelen. Derhalve worden beide groepen getraind in het kader van de strijd tegen ISIS. Nederlandse militairen dragen daaraan bij.

126 Wat zijn de risico’s van het bewapenen en trainen van Peshmerga?

Antwoord op vragen 126 en 127:
De risico’s van het bewapenen van de Peshmerga (de Koerdische strijdkrachten) zijn beschreven in Kamerstuk 27 925, nr. 495, van 21 augustus 2014. Dezelfde risico’s zijn aanwezig voor het trainen van de Peshmerga door de coalitie. De kans bestaat dat geleverde militaire goederen of door de coalitie getrainde strijders te zijner tijd worden ingezet voor andere doeleinden, zoals steun aan hun bondgenoten in Turkije of tegen de Iraakse regering. Dit risico is aanvaardbaar gezien het acute en ernstiger geachte gevaar van ISIS. Veel zal afhangen van de mate van inclusiviteit die de Iraakse regering bewerkstelligt.

128 Kunt u nadere informatie geven over de aantallen en eenheden van de trainingsteams? 
Antwoord op vragen 128 en 134:

De Nederlandse trainingsbijdrage richt zich op de training van  reguliere Iraakse brigades en de training van Iraakse Special  Operations Forces (SOF) en Koerdische Peshmerga. Nederland gaat met maximaal 130 militairen een bijdrage leveren aan deze training. Het exacte aantal militairen is afhankelijk van de ondersteuning door partners, vooral op het gebied van logistiek en beveiliging. Deze details zijn op dit moment nog niet bekend. De trainingsteams zullen worden gevormd door personeel uit de gehele Nederlandse krijgsmacht.

129 Wat wordt de precieze taakopdracht van de Special Operations Forces?

Antwoord op vraag 129:
De taakopdracht zal bestaan uit het trainen en adviseren van bestaande Iraakse SOF en/of Koerdische Peshmerga - eenheden.

130 Kunt u uitsluiten dat de Special Operations Forces worden ingezet voor andere doeleinden dan training van Iraakse en Koerdische strijdkrachten?

Antwoord op vraag 130:
Nederland heeft altijd de mogelijkheid een opdracht voor de Nederlandse militairen te blokkeren. Deze mogelijkheid is in de commandolijn ingebouwd om te voorkomen dat Nederlandse militairen worden ingezet voor taken die niet binnen het mandaat vallen.

132 Hoe kunt u, in de fluïde situatie, de risico’s van onze militairen bewaken, terwijl u nog niet weet waar de trainingen op de grond precies zullen plaatsvinden?

Antwoord op vraag 132:
De keuze van de trainingslocaties is onderwerp van de huidige planning en is afhankelijk van diverse factoren. De factor veiligheid speelt daarbij een prominente rol. Uitgangspunt is dat trainingslocaties in gebieden liggen waar ISIS geen bedreiging vormt.

133 "Het exacte aantal militairen is afhankelijk van de ondersteuning door partners, vooral op het gebied van logistiek en beveiliging". In hoeverre zijn de Nederlandse trainers zelf in staat defensief robuust op te treden? In hoeverre zijn de Nederlandse trainers, voor hun veiligheid, afhankelijk van Iraakse en/of Koerdische beveiliging? 

Antwoord op vragen 133 en 175:
Onze aanwezigheid in Irak is gebaseerd op een verzoek van de Iraakse overheid. De Iraakse overheid is primair verantwoordelijk voor de veiligheid van de coalitietroepen. Daarnaast zullen Nederlandse militairen worden uitgerust met een persoonlijk wapen voor zelfverdediging. In de trainingsteams zullen ook zogenaamde guardian angels worden opgenomen; dit zijn militairen belast met de veiligheid van de trainers. Bij de keuze van Westerse coalitiepartners worden afspraken over veiligheid van het personeel meegenomen.

134 Wat zal precies de rol zijn van de Nederlandse Special Operations Forces (SOF) in het trainingsproces? Hoeveel van de 130 militairen zullen naar alle waarschijnlijkheid vanuit de SOF komen?

Antwoord op vraag 134:
Zie het antwoord op vraag 128 en 129.

135 De bijdrage van Nederland aan de strijd tegen ISIS wordt geschat op 6 tot 12 maanden. Nederland zal ook troepen trainen. Uit de briefing blijkt dat dit een project is voor de lange termijn. Waarom heeft Nederland ervoor gekozen de trainers ook voor maximaal 12 maanden te committeren? Kan deze periode desgewenst worden verlengd? 

Antwoord op vraag 135:
Zie het antwoord op vraag 7.

137 Kunt u bevestigen dat Combat Search & Rescue volledig door de Amerikanen wordt verzorgd, omdat zij over de eenheden en helikopters beschikken die daarvoor noodzakelijk zijn, of wordt ook hiervoor Nederlands personeel / materieel ingezet? Zijn hier reeds afspraken over gemaakt?

Antwoord op vragen 137 en 150:
Combat Search and  Rescue wordt verzorgd door coalitiepartners. Uit operationele overwegingen worden hier verder geen mededelingen over gedaan. Hiervoor wordt geen Nederlands personeel of materieel ingezet.

138 Zit in het standaardmandaat dat kan worden geswitched van een hard target naar een soft target (bijvoorbeeld wegrijdende ISIS-troepen) zonder dat de Red Card Holder daar tussen komt?

Antwoord op vraag 138:
Dit valt onder de Rules of Engagement (ROE). Er worden in het openbaar geen uitspraken over de ROE’s gedaan.

139 Welke zelfbeschermingsmiddelen zijn op de Nederlandse jachtvliegtuigen beschikbaar? Door wie en hoe wordt een piloot opgehaald uit door ISIS bezet gebied? Welke afspraken zijn daarover gemaakt of worden daarover gemaakt?

Antwoord op vraag 139:
De Nederlandse F-16’s zijn uitgerust met detectie en storingsapparatuur tegen radargeleide en infraroodgeleide luchtverdedigingssystemen. Combat Search and Rescue wordt verzorgd door coalitiepartners en vaste procedures worden gehanteerd (zie het antwoord op vraag 137). Uit veiligheidsoverwegingen worden hier verder geen mededelingen over gedaan.

140 Wat zijn de instructies aan het personeel dat mogelijk in handen valt van ISIS? Op welke wijze kunnen piloten en ander personeel zich zelf verdedigen? Op welke wijze wordt het personeel op een dergelijke situatie voorbereid? 

Antwoord op vraag 140:
Over instructies aan personeel dat in handen valt van ISIS worden om veiligheidsredenen geen mededelingen gedaan. Piloten en ander personeel kunnen zich eventueel verdedigen met hun persoonlijk wapen. De voorbereiding op dergelijke situaties is onderdeel van de training en voorbereiding van het personeel.

141 Is er voldoende inlichtingencapaciteit toegezegd door landen uit de coalitie? Zo nee, hoe groot zijn de tekorten en hoe groot wordt de kans geacht dat deze tijdig worden opgelost? 

Antwoord op vraag 141:
Er is overleg met coalitiepartners over de ondersteuning van de operatie met inlichtingencapaciteit. Nederland zal deelnemen aan de uitwisseling van inlichtingen.

142 Is de verwachting dat met de combinatie van training en luchtsteun de Iraakse troepen genoeg geholpen zullen zijn om het gebied dat nu in handen van ISIS is onder controle te krijgen? 

Antwoord op vraag 142:
Zie het antwoord op vraag 7.

144 Kan worden verduidelijkt in hoeverre ISIS nu al is overgegaan op irreguliere tactieken, waaronder het opgaan in de bevolking? 

Antwoord op vraag 144:
In de afgelopen weken heeft ISIS geprobeerd door voorzorgsmaatregelen, zoals het verplaatsen van personeel en materieel, de verliezen door luchtaanvallen te minimaliseren. Het is nog onduidelijk in hoeverre dat is gelukt, maar het heeft vermoedelijk een negatief effect op de bewegingsvrijheid. Of en in welke mate ISIS opgaat in de bevolking is in dit stadium niet te zeggen. Hiermee zal in de uitvoering van de operaties rekening worden gehouden.

156 Zal Nederland naast de F-16’s inlichtingencapaciteit en ISR-middelen inzetten ten behoeve van de coalitie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 156:
Ja, zie het antwoord op vraag 141.

157 Wat zal de strategie zijn van Nederland indien ISIS overgaat tot ‘irreguliere tactieken’? Is het kabinet van mening dat de huidige inzet dan voldoende is om ISIS te bestrijden?

Antwoord op vraag 157:
De inzet van het luchtwapen is voldoende flexibel om zich hieraan aan te passen. Bij de training, assistentie en advies aan de Iraakse en Koerdische eenheden kan Nederland met de lessen die geleerd zijn in Afghanistan en Mali deze troepen goed voorbereiden op deze andere wijze van opereren door ISIS.

158 Bent u bereid om tijdens de Nederlandse inzet de Kamer voortdurend, zo mogelijk eens per twee maanden, op de hoogte te houden van ontwikkelingen ten aanzien van risico’s en dreigingsanalyses die relevant zijn voor onze militairen? 

Antwoord op vraag 158:
De Kamer zal elk kwartaal - en indien relevant vaker - op de hoogte worden gebracht van de relevante ontwikkelingen.

159 Over welk zwaar materieel beschikt ISIS op dit moment voor zover u weet?

Antwoord op vraag 159:
ISIS heeft bij gevechten in Syrië en Irak zwaar materieel buitgemaakt. Daarbij gaat het mogelijk om enkele tientallen tanks van Russische makelij en om artillerie van Amerikaanse makelij.

160 Zijn er coalitie-brede afspraken over hoe om te gaan met ontvoeringen door ISIS?

Antwoord op vraag 160:
Afspraken met betrekking tot eventuele ontvoeringen door ISIS zijn onderdeel van het totale planningsproces. Over deze afspraken worden geen mededelingen gedaan.

161 In welke situaties zou mogelijk een Red-card holder voor reguliere- en SOF-trainers nodig zijn?

Antwoord op vraag 161:
Zie het antwoord op vraag 130.

169 Hoe worden de te vliegen uren voor deze missie verrekend binnen het totaal aantal geplande vlieguren van de F-16’s voor 2014? 

Antwoord op vraag 169:
Voor deze missie houdt de Commandant der Strijdkrachten (CDS) vooralsnog rekening met 600 vlieguren per maand. Dit kan binnen de voor 2014 geplande vlieguren worden gerealiseerd. Daarnaast moeten de vliegers worden getraind en moeten de Quick Reaction Alert (QRA) en de Baltic Air Policing worden uitgevoerd. Binnen de planning zijn daarvoor voldoende uren beschikbaar, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat niet alle taken volledig kunnen worden getraind.

170 Indien het aantal benodigde vlieguren voor deze missie hoger ligt het nu geplande aantal vlieguren, op welke wijze en hoe zullen deze gecompenseerd worden als het totaal aantal vlieguren voor de F-16’s  niet hoger zal zijn dan het aantal geplande vlieguren voor 2014? 

Antwoord op vraag 170:
Zie het antwoord op vraag 169.

171 Op welke termijn verwacht u duidelijkheid over de stationering van de 130 militairen die een bijdrage leveren aan de training van Iraakse en Koerdische strijdkrachten, inclusief Peshmerga? Binnen welke termijn informeert u – al dan niet vertrouwelijk- de Kamer nadat dit bekend is?

Antwoord op vraag 171:
De planning met de coalitiepartners wordt op dit moment uitgevoerd. Een Nederlandse verkenningsmissie onderzoekt nu in Irak welke locaties geschikt zijn voor de uitvoering van de Nederlandse taken.  Eind deze week gaan Nederlandse planners naar Baghdad en Koeweit om daar in meer detail invulling te geven aan de Nederlandse en coalitie inzet. Het kabinet verwacht de Kamer hierover binnen enkele weken te kunnen informeren.

172 Hoe ziet het rotatieschema van de militaire trainers er uit? Hoeveel trainers zijn er in totaal nodig voor deze missie uitgaande van een periode van 12 maanden?

Antwoord op vraag 172:
Het rotatieschema is mede afhankelijk van de coalitieplanning en de inzet van andere partners. Het is gebruikelijk om rotaties te hanteren van tussen de vier en zes maanden. De exacte hoeveelheid trainers is afhankelijk van de lengte van de voorziene trainingsprogramma’s en de gekozen rotatielengte.

173 Op welke wijze en waar zijn er aanpassingen in logistiek- en bedrijfsvoering capaciteiten nodig, nu de krijgsmacht voor een jaar deelneemt aan deze missie? 

Antwoord op vraag 173:
De benodigde logistieke capaciteit wordt gedurende deze periode afwisselend geleverd door de vliegbasis Leeuwarden en Volkel. Het logistieke concept is conform de inzet in Afghanistan. Tijdens de inzetperiode zullen er steeds meer goederenassortimenten naar SAP migreren. Dit betekent dat er met twee grote beheersystemen (legacy en SAP) moet worden gewerkt.

174 Zitten er functies bij die als gevolg van de Nederlandse bijdrage aan deze missie en uitzending van de betreffende personen, in Nederland niet opgevuld kunnen worden? En zo ja, om hoeveel functies gaat het? En op welke wijze zal dit opgevangen worden? 

Antwoord op vraag 174:
Uit te zenden personeel komt altijd vanuit de organieke organisatie. De voor deze operatie benodigde functies worden gevuld door personeelsleden van diverse onderdelen. Het merendeel, meer dan 200 functies, wordt gevuld door personeel van vliegbasis Leeuwarden. De werkzaamheden van deze functionarissen verhuizen mee naar het inzetgebied. De werklast op de vliegbasis Leeuwarden wordt hierdoor verminderd.

175 Waarom staat er in de brief dat ‘de verwachting’ is dat de Iraakse (en Koerdische) autoriteiten alles in het werk zullen stellen om de veiligheid van de betrokken Nederlandse militairen te garanderen? Wat is hierover afgesproken? 

Antwoord op vraag 175:
Zie het antwoord op vraag 133.

177 Beschikt Nederland over voldoende precisiemunitie voor de F-16’s voor de volledige operatieduur van een jaar?

Antwoord op vraag 177:
Nee, gelet op de op dit moment aangenomen inzetopties en het geschatte munitieverbruik, is dit jaar nog aanschaf noodzakelijk.

178 Voorziet u gereedstellingsproblemen bij de resterende F-16's gedurende de periode van een jaar, alsmede achterstanden op het gebied van geoefendheid van vliegers, als gevolg van de inzet boven Irak? 

Antwoord op vraag 178:
Defensie beschikt over voldoende capaciteit om de coalitie tegen ISIS voor 12 maanden te ondersteunen. Door zes toestellen voor twaalf maanden in te zetten, zijn minder uren en vliegtuigen in Nederland beschikbaar om alle missietypes volledig te kunnen trainen. Hier is vanwege het  belang van de operatie bewust voor gekozen.

180 Over hoeveel voortzettingsvermogen beschikt Nederland als het gaat om inzet van F-16’s? Is inzet van F-16’s na de duur van één jaar nog mogelijk en zo ja, in welke omvang?

Antwoord op vraag 180:
Zie het antwoord op vraag 178. Bij een regulier trainingsprogramma zal het naar verwachting maximaal 1 jaar duren om de training van de vliegers weer op het gewenste niveau te brengen.

181 Is er een medevac en casevac-capaciteit beschikbaar?
Antwoord op vraag 181:

In Irak is dit nog afhankelijk van de te kiezen trainingslocaties. Bij deze keuze wordt uiteraard gekeken naar de beschikbaarheid van deze capaciteiten. Dit geldt ook voor de overige locaties.

182 Is de zogenaamde ‘golden hour’ gegarandeerd?

Antwoord op vraag 182:
Ja, zie ook het antwoord op vraag 181.

183 Klopt het dat de doelstelling voor de missie op gespannen voet staat met een hard geformuleerde einddatum?

Antwoord vraag 183:
Zie het antwoord op vraag 7.

184 Klopt het dat het noemen van een einddatum een kunstmatige handeling is, die vooral van toepassing is op procedures, niet op de geopolitieke situatie en de situatie op de grond?

Antwoord vraag 184:
Zie het antwoord op vraag 7.

185 Klopt het dat het qua realisme en draagvlak creëren onder de bevolking in Irak en Syrië wenselijker is om nu al aan te geven dat de focus ligt op een “end-state” in plaats van een “end-date”?

Antwoord vraag 185:
Zie het antwoord op vraag 7.

215 Hoe zit het met de financiering van de missie? In hoeverre worden de kosten van de zorg en de nazorg gedekt vanuit BIV en HGIS? En op welke wijze wordt in deze missie uitvoering gegeven aan de motie Aasted-Madsen-van Stiphout/Ten Broeke (Kamerstuknummer 30139, nr. 69) die gaat over de zorgkosten van uitgezonden defensiepersoneel?

Antwoord op vraag 215:
De uitgaven voor aan missies verbonden (na)zorgkosten voor uitgezonden defensiepersoneel worden gedeeltelijk gefinancierd vanuit het BIV. Dit betreft de uitgaven voor zorg in het missiegebied en voor de adaptatieperiode tijdens de thuisreis. Het deel dat door Defensie wordt gefinancierd, heeft betrekking op uitgaven die vast onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering vanwege het permanente karakter van de zorg die Defensie militairen en veteranen biedt, waardoor de kosten daarvan niet in direct verband kunnen worden gebracht met een specifieke missie.
Om invulling te geven aan de motie Aasted-Madsen-van Stiphout/Ten Broeke (Kamerstuknummer 30139, nr. 69) die gaat over de zorgkosten van uitgezonden defensiepersoneel wordt door Defensie gewerkt met een (na)zorgtarief per uitgezonden militair, dat ten laste van het BIV zal worden gebracht. In dat tarief zitten dan alle additionele uitgaven, die toe te rekenen zijn aan missies. Dit zijn de uitgaven voor de missiespecifieke vaccinaties, de medische screening voorafgaand aan uitzending, de nazorgvragenlijst en het terugkeergesprek bij bedrijfsmaatschappelijk werk, de kosten voor de adaptatieperiode, een deel van de extra vergoeding die Defensie betaalt aan de ziektekostenverzekeraar vanwege het verhoogde risico en uitgaven op lange termijn voor invaliditeitsuitkeringen.

216 Is gewaarborgd dat de kosten die verbonden zijn aan de Nederlandse militaire inzet in Irak niet ten koste gaan van het extra geld dat de komende jaren voor Defensie is vrijgemaakt?

Antwoord op vraag 216:
De kosten voor de missie in Irak worden gedekt uit vrijval in het BIV in 2014 (EUR 30 miljoen euro) en door middelen uit HGIS-onvoorzien uit de jaren 2017 t/m 2019 naar voren te halen middels een kasschuif (naar verwachting ruim EUR 120 miljoen euro).

217 Is het munitieverbruik begroot? Is in de raming van de 150 miljoen ook de munitie meegenomen? In Afghanistan werd incidenteel geweld gebruikt. Hier betreft de inzet van geweld de kern van de missie. Algemeen bekend is dat precisiemunitie kostbaar is. Is de benodigde munitie voorradig en beschikbaar? Wordt gebruikte munitie onmiddellijk aangevuld? Hoe zijn de kosten van aanvulling gedekt? Wat zijn de levertijden?

Antwoord op vraag 217:
In de raming zijn additionele kosten voor het verbruik van munitie meegenomen. Hierbij wordt rekening gehouden met de aard van de inzet. De kosten van de aanvulling worden gefinancierd vanuit het budget dat op basis van het verbruik hiervoor in de raming van de operatie is gereserveerd.

218 Kunt u de harde garantie geven dat aan de missie gerelateerde kosten, zoals slijtage en reservedelen, niet ten laste zullen komen van de reguliere defensiebegroting? Worden de afspraken naar aanleiding van de motie Knops/Ten Broeke (Kamerstuk 32733, nr. 12) volledig nagekomen?

Antwoord op vraag 218:
Slijtage- en vervangingskosten van materieel vormen een onderdeel van de missieramingen.
In de raming van de Nederlandse bijdrage aan de bestrijding van ISIS zijn alle missie gerelateerde kosten conform de afspraken naar aanleiding van de motie Knops/Ten Broeke, onder andere vlieguren tegen slijtagetarief, verbruik van inzetvoorraden, vaccinatie, reset van materieel, meegenomen. Deze kosten worden gedekt vanuit het BIV en de brede HGIS en zullen dientengevolge niet ten laste komen van de reguliere defensiebegroting.

219 Op welke wijze worden meerkosten van de missie gefinancierd?

Antwoord op vraag 219:
In de missieramingen wordt standaard rekening gehouden met mogelijke tegenvallers door een post onvoorzien op te nemen. Mocht deze niet toereikend zijn, dan zullen, in het geval van overschrijding van de meerkosten, de ministers van BZ, DEF en BH&OS in gezamenlijkheid besluiten over de financiering.

220 Hoe worden materiële verliezen tijdens de missie gefinancierd? Klopt het dat er een afspraak is dat deze vanuit het BIV gefinancierd zullen worden? Hoeveel ruimte is daarvoor binnen het BIV beschikbaar?

Antwoord op vraag 220:
De materiële verliezen worden niet uit het Budget Internationale veiligheid gefinancierd.

221 Klopt het dat het aannemelijk is dat de kosten voor deelname hoger uitvallen, aangezien in de huidige planning wordt uitgegaan van een ‘minimale logistieke footprint’?

Antwoord op vraag 221:
Bij het maken van de raming is uitgegaan van het meest waarschijnlijke scenario, waaronder de minimale footprint, er zijn momenteel geen redenen om aan te nemen dat de gekozen uitgangspunten gaan wijzigen.

222 Klopt het dat er feitelijk nauwelijks geld beschikbaar is voor deze missie?

Antwoord op vraag 222 en 225:
Het BIV is voor 2014 en 2015 nagenoeg gecommitteerd met:
- militaire missies (bv. MINUSMA, Atalanta, UNMISS),
- activiteiten voor training en capaciteitsopbouw (bv. ACOTA, CMI commando),
- enablers (luchttransport, nazorg),
- internationale criminaliteitsbestrijding (VPDs) en
- veiligheidssectorhervorming en vredesopbouw (bv. SSD Burundi, Capaciteitsopbouw Somalië anti-piraterij)
In 2014 is er door vrijval nog circa EUR 30 miljoen beschikbaar in het BIV voor de Irak missie.
Derhalve wordt het restant van de missie (naar verwachting ruim 120 miljoen euro) gedekt uit de HGIS door middelen uit latere jaren naar voren te halen middels een kasschuif. De post 'HGIS- onvoorzien' wordt gebruikt voor uitgaven die niet elders binnen de HGIS kunnen worden opgevangen. Zo is de afgelopen jaren budget beschikbaar gesteld voor de MINUSMA-missie in Mali, de nucleaire top in Den Haag (NSS), de Global Conference on Cyber Space en het aanstaande EU-voorzitterschap. Dit is ook de reden dat de ruimte in de HGIS in de jaren 2014 t/m 2016 ontoereikend is om de Irak missie te dekken en de benodigde middelen via een kasschuif uit 2017 t/m 2019 naar voren zijn gehaald.

223 Wat zijn de consequenties voor eventuele deelname aan missies in de toekomst als nu al geld wordt uitgegeven dat bestemd is voor de jaren 2017-2019? 

Antwoord op vraag 223:
Het BIV is in 2014 en 2015 nagenoeg gecommitteerd (zie ook het gecombineerde antwoord op vraag 222 en 225). Voor deze missie wordt het BIV-budget in 2015 en 2016 aangevuld vanuit de HGIS met een kasschuif. Het BIV budget voor de jaren erna blijft beschikbaar voor nieuwe operaties.
Mocht deelname aan eventuele missies in de toekomst aan de orde zijn, dan zal het kabinet besluiten over de financiering.

224 Kunt u uitsluiten dat de Nederlandse bijdrage aan bestrijding van ISIS wordt gefinancierd uit onderbestedingen op de Defensiebegroting of uit geplande investeringen en/of exploitatie voor latere jaren?

Antwoord op vraag 224:
De Nederlandse bijdrage aan de missie wordt voor 30 miljoen euro gefinancierd uit vrijval in het BIV in 2014. Het restant (naar verwachting ruim 120 miljoen euro) wordt gefinancierd uit HGIS-onvoorzien door middelen uit 2017 t/m 2019 middels een kasschuif naar voren te halen. Hiermee gaat de dekking niet ten laste van geplande investeringen en/of exploitatie voor latere jaren.

                                                   ---------------

Geen opmerkingen:

Een reactie posten